- Tientallen schuldeisers blijven waarschijnlijk grotendeels met lege handen achter bij de doorstart van online supermarkt Pieter Pot, meldt BNR Nieuwsradio.
- Het bedrijf zet bijna anderhalf miljoen euro uit een recente crowdfundingsactie voor de doorstart in, terwijl 89 schuldeisers leningen van bij elkaar nog bijna 1,7 miljoen euro hadden uitstaan.
- Toch mag de startup dit juridisch gezien doen, aangezien het geld niet vanuit de failliete werkmaatschappij is opgehaald.
- Lees ook: Verpakkingsloze onlinesupermarkt Pieter Pot maakt doorstart na crowdfundingcampagne
Tientallen schuldeisers van de in december failliet verklaarde online supermarkt Pieter Pot blijven waarschijnlijk grotendeels met lege handen achter bij de doorstart van de startup. Dat meldt BNR Nieuwsradio, dat sprak met betrokkenen. Uit het verslag van de curator zou blijken dat de startup nog bijna 1,7 miljoen euro aan schulden had uitstaan bij 89 partijen.
Pieter Pot, een bedrijf dat levensmiddelen in glazen potten laat bezorgen, haalde afgelopen najaar bijna 1,5 miljoen aan crowdfunding op. Dit was onderdeel van een campagne waarvoor de startup oorspronkelijk 3 miljoen euro wilde ophalen, waarvan de helft was bedoeld om schuldeisers af te betalen.
Toen dat doel niet in zicht kwam, verlaagde Pieter Pot zijn doel naar 2 miljoen euro, om in een nieuwe prospectus niet meer te reppen over het afbetalen van schuldeisers.
“Deze doorstart is over de rug van hardwerkende ondernemers”, zegt een van de gedupeerden tegen BNR. Toch hoeft Pieter Pot dit geld juridisch gezien niet aan gedupeerde ondernemers uit te betalen, zo blijkt. De startup haalde het geld op namens een stichting die gelieerd is aan diens moederbedrijf, niet vanuit de failliete werkmaatschappij.
Pieter Pot-ondernemer Jouri Schoemaker zegt tegen BNR Nieuwsradio begrip te hebben voor de schuldeisers, maar stelt dat de curator verantwoordelijk is over de afwikkeling van het faillissement. Schuldeisers zouden nog enig financieel voordeel aan de doorstart hebben, omdat Pieter Pot moet betalen om de boedel van de failliete werkmaatschappij over te nemen. "De curator was op zoek naar een koper daarvoor en keek naar wie de beste case had. Dat waren wij."